Carpaal tunnel syndroom (CTS)

Wat is het carpaal tunnel syndroom (CTS)?

Het carpaal tunnel syndroom (CTS) komt veel voor. De klachten verschillen per persoon, van een verdoofd gevoel in de hand tot tintelingen en pijn. Gelukkig is CTS goed te behandelen. Op deze pagina leest u over de oorzaak van de aandoening, de klachten die erdoor ontstaan en de behandeling.

Kort samengevat is dit het verhaal:

  1. Het carpaal tunnel syndroom treedt op als uw middelste handzenuw opzwelt.
  2. De zenuw wordt te groot voor de carpale tunnel waar hij in ligt en raakt bekneld.
  3. U ervaart een verdoofd gevoel, tintelingen en/of pijn in uw duim, vingers of hand (meestal niet in de pink).
  4. Wij helpen u hiervan af door de zenuw meer ruimte te geven.
  5. Dat gebeurt met een kleine ingreep onder plaatselijke verdoving.
  6. De totale behandeling duurt ongeveer een half uur.

Laten we beginnen met een duidelijke beschrijving van wat het carpaal tunnel syndroom precies is.

Het carpaal tunnel syndroom

CTS is vernoemd naar de carpale tunnel die in de binnenkant van uw hand en pols ligt. In deze tunnel liggen zenuwen en pezen die van de onderarm naar de hand lopen. Een van de belangrijkste handzenuwen in de carpale tunnel is de nervus medianus. Dit is de middelste handzenuw, die door bepaalde (herhaaldelijke) bewegingen iets kan opzwellen.

Dat opzwellen op zich is nog geen probleem. Maar doordat de carpale tunnel vaak heel nauw is, raakt de zenuw al snel bekneld. Die beknelling voelt vervelend en kan pijnlijk zijn. Dat noemen we het carpaal tunnel syndroom.

Wie krijgt het carpaletunnelsyndroom?

CTS komt vooral voor bij mensen van 40 tot 60 jaar. Vrouwen krijgen het drie keer zo vaak als mannen. Ook mensen met bepaalde aandoeningen hebben een verhoogde kans, zoals suikerziekte of reuma.

De symptomen en klachten van carpaal tunnel sundroom

Heeft u klachten aan uw hand of pols? Laat uw huisarts dan beoordelen of u het carpaal tunnel syndroom heeft. Wanneer de klachten nog mild zijn kunnen ze vanzelf overgaan, doordat u de hand minder gebruikt en/of ’s nachts een spalk draagt.
Al is dit in de praktijk vaak lastig, omdat CTS juist wordt veroorzaakt door handbewegingen die u elke dag moet maken. Tijdens het huishouden of werk bijvoorbeeld.

Wat zijn de symptomen van carpaal tunnel syndroom?

De symptomen waaraan u CTS kunt herkennen zijn:

  • Een verdoofd gevoel in de duim, vingers, vingertoppen en/of handpalm.
  • Minder kracht in uw hand. Dit krachtverlies komt vooral voor bij de duimspieren.
  • Tintelingen in de duim, vingers, vingertoppen en/of handpalm.
  • Pijn in het gebied van uw hand en pols, die kan uitstralen naar de onderarm, ellenboog en schouder.

Wat zijn de klachten bij CTS?

De bovenstaande symptomen kunnen heel vervelend zijn. Zo worden klachten vaak heviger in de nacht, ten koste van een goede nachtrust. Of het krachtverlies in de hand(en) maakt dagelijkse activiteiten moeilijker, zoals fietsen, autorijden of de krant lezen. Bovendien krijgen sommige mensen het carpale tunnel syndroom aan beide handen.

Reden genoeg om (beginnende) symptomen serieus te nemen en de behandeling te zoeken die bij uw klachten past.

Oorzaak carpaal tunnel syndroom

De carpale tunnel waar dit syndroom naar is vernoemd, ligt aan de binnenkant van uw hand en pols. Er lopen negen pezen door de tunnel, die de voorarm en hand met elkaar verbinden. Daarnaast liggen er zenuwen in de carpale tunnel, waaronder de nervus medianus, die gevoelig is voor overbelasting. Een overbelaste zenuw zwelt op en dat is de oorzaak van het carpale tunnel syndroom.

Soms is de oorzaak van de overbelasting duidelijk. Bijvoorbeeld:

  • steeds dezelfde, snelle beweging(en) maken met de hand of pols, zoals typen.
  • trillingen opvangen met de handen, polsen of armen, zoals regelmatig werken met een drilboor.

Of u heeft een ziektebeeld waarbij CTS vaak voorkomt, zoals:

  • een langzaam werkende schildklier.
  • een aandoening als reuma of artritis.
  • suikerziekte.

Maar ook een polsbreuk kan leiden tot een beknelde zenuw. Evenals hormonale veranderingen bij vrouwen die zwanger zijn of in de overgang zitten. Er zijn dus oorzaken genoeg. Bovendien kan de zwelling ook nog spontaan optreden, zonder aanwijsbare oorzaak. Geen wonder dat CTS een veelvoorkomende zenuwbeknelling is.

Carpaal tunnel syndroom behandeling

De Braam Kliniek helpt u van het carpaal tunnel syndroom af met een operatieve ingreep. De ingreep gebeurt door een van onze artsen, onder plaatselijke verdoving. Wij bieden geen andere behandelingen zoals spalken of injecties.

Hoe gaat de behandeling?

De ingreep zelf is kort en gebeurt in alle rust. U kunt erbij liggen, met uw arm opzij. U krijgt een plaatselijke verdoving.

Het doel van de operatie is de carpale tunnel wat wijder maken, zodat uw zenuw de ruimte krijgt. Dat doet de arts met twee sneetjes. Daarna laat de ok-assistente de band om uw arm leeglopen en komt de bloedsomloop weer op gang. Dat geeft een tintelend gevoel. Dan krijgt u een paar hechtingen en een drukverband. Alles bij elkaar duurt het een klein half uur.

Bent u gespannen voor de ingreep?

Een beetje gezonde spanning is helemaal niet erg. Onze specialisten weten hoe ze u op uw gemak kunnen stellen. Bijvoorbeeld door u precies te vertellen wat er gebeurt, of juist over iets anders te praten. Hun ervaring met deze behandeling doet de rest.

Is er kans op complicaties?

Geen enkele ingreep is volledig risicoloos. De kans op een complicatie bestaat altijd, maar is bij deze ingreep klein. Bovendien gaat het om complicaties die we snel kunnen verhelpen, zoals een bloeding of infectie.
Heel soms treedt posttraumatische dystrofie op. Dat is een zwelling met roodheid en pijn, als gevolg van een verwonding of operatie. Ook dit is bijna altijd volledig te genezen, maar in een klein deel van de gevallen zijn er blijvende restklachten.

Neem bij een complicatie – hoe klein ook – altijd direct contact met ons op, zodat we u kunnen helpen.

Na de behandeling

Als uw pols of hand nog gevoelig is na de ingreep, kunt u een paracetamol nemen. Het drukverband dat wij aanleggen mag u na één dag verwijderen. We raden u aan om uw arm de eerste dag(en) in een draagdoek te houden. Begin wel meteen uw vingers weer te bewegen. Dat kan een beetje stijf gaan, maar wordt al snel soepeler.

De plek van de ingreep blijft een tijdje gevoelig, vooral wanneer u erop steunt of leunt. Het is ook normaal als het dove gevoel in uw vingers niet meteen verdwijnt. Zeker als u lang last heeft gehad van het carpaal tunnel syndroom.
Na tien tot veertien dagen verwijderen we uw hechtingen. Houd uw hand dan nog een week of twee droog en gebruik hem niet (te veel).

Heeft u een vraag? Bel gerust, we zitten voor u klaar.

Laatst gecontroleerd:

Meer informatie?

    Vul onderstaande gegevens in en wij nemen contact met u op.

    We zullen u terugbellen op een werkdag tussen 08.00 - 16.00 uur